Vraagstelling laureaat Adriaan van Dis

Voorafgaand aan de uitreiking van de Gouden Ganzenveer aan Adriaan van Dis discussieerden zes leden van de Academie De Gouden Ganzenveer over de vraag die de laureaat dit jaar aan de Academie heeft voorgelegd: moet de publieke omroep betere, om niet te zeggen elitaire programma’s brengen die de kijker verheffen? Onder de kop ‘Wat is er mis... volgens Adriaan van Dis’ werkt Academievoorzitter Paul Schnabel de vraag van de laureaat nader uit. Daarna volgt een verslag van de jaarlijkse openbare discussie die onder leiding van Schnabel werd gevoerd. Achtereenvolgens kwamen aan het woord: Joost Zwagerman en Jeltje van Nieuwenhoven, Henk van Os en Nelleke Noordervliet, en Tom Lanoye en Geert Mak.

 

Wat is er mis... volgens Adriaan van Dis

 

Er komt geen Omroep C. Onvoldoende leden voor de start, waar Wakker Nederland moeiteloos en in korte tijd meer dan 50.000 leden had verzameld. De C staat voor ‘cultuur’ en cultuur staat voor beeldende kunst, literatuur, toneel, ballet en muziek, genres die het moeilijk hebben en steeds moeilijker krijgen in de programmering van de omroepen, de publieke zowel als de commerciële.
In ‘Op de televisie’ – het openingsessay van Leeftocht (2007) – spiegelt Adriaan van Dis zijn boekenprogramma Hier is... Adriaan van Dis in de herinnering van de kijkers van toen. Tegelijkertijd maakt hij zo duidelijk wat hij in en op de televisie van nu mist: de wil van de programmamaker om de kijker te verheffen, de wens van de kijker om serieus genomen te worden. Niet praten over zijn hoofd heen, maar ook niet hurken en het weer ‘leuk’ maken. ‘Het is juist zaak niet de concurrentie met populaire programma’s aan te gaan,’ schrijft hij. ‘Boeken zullen altijd minder kijkers trekken. Niet zozeer een elite, maar... een klein weetgierig publiek. Mag ook dát publiek bediend?’
De kijkers hoeven geen elite te zijn, maar de makers moeten dat in zeker opzicht wel zijn. Ze moeten het willen zijn en in die rol een vertegenwoordiger van al degenen die niet willen meelopen in de polonaise van een populisme dat steeds verder om zich heen grijpt. ‘Ik eis van de programmamaker dat hij niet daalt. Ik eis van de kijkers dat zij klimmen,’ proclameert Van Dis. Het streven naar verheffing sluit aan op het verlangen om de kans op verheffing geboden te krijgen. Die kans moet de intellectuele en artistieke elite bieden en de televisie biedt daartoe meer gelegenheid dan ooit. Maar: minder dan ooit wordt de gelegenheid benut.
Dat moet veranderen en dat kan veranderen. Het opleidingsniveau stijgt nog steeds en voor de leuke en lichte dingen is nu plaats op tientallen zenders op alle momenten van de dag. Hoe doorbreken we de impasse die een weetgierig publiek klein houdt? Wat moet er gebeuren om weer een zelfbewuste elite naar voren te laten treden die verlichting en verheffing als boodschap heeft, maar ook spanning en verandering weet te brengen?

Freshbits Internet Communicatie