Joke van Leeuwen (Den Haag, 1952) studeerde grafische kunsten in Antwerpen en Brussel, en geschiedenis aan de Universiteit van Brussel. Ze is bijzonder veelzijdig: behalve proza voor kinderen en volwassenen, schrijft zij poëzie, is ze illustrator, maakt ze theaterprogramma's en treedt ze op als performer. In 1978 won ze op het Camarettenfestival alle prijzen en trad ze jarenlang op in het officiële cabaretcircuit.

Haar boeken, waarin ze tekst en beeld op een geheel eigen wijze combineert, worden in veel landen vertaald en zijn veelvuldig bekroond.

Ze ontving vele prijzen, waaronder de Theo Thijssenprijs in 2000 voor haar kinderboeken. Met haar eerste dichtbundel, Laatste lezers (1994) won ze de C. Buddingh'-prijs; haar recentste bundel, Wuif de mussen uit (2007), werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs.

Na de roman Vrije vormen in 2002 publiceerde zij in 2009 Alles nieuw. Deze lovend ontvangen roman stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs en werd genomineerd voor de ako Literatuurprijs.

Van januari 2008 tot en met 25 januari 2010 is zij Stadsdichter van Antwerpen, waar ze tegenwoordig woont. Door samenwerking met vormgever Bob Takes kregen haar gedichten een bijzondere plek in de stad. In tekst en beeld is het werk te zien in hun boek Hoe is ‘t. Gedichten in ’t Stad (uitgeverij Querido), dat op Gedichtendag, 25 januari 2010, verschijnt.

In februari 2010 verschijnt haar nieuwste kinderboek: Toen mijn vader een struik werd.

Op donderdag 8 april a.s. nam Joke van Leeuwen de Gouden Ganzenveer 2010 in ontvangst.