Geert Mak (1946) is journalist en schrijver. Na een korte carrière als jurist werkte hij van 1975 tot 1985 als redacteur van De Groene Amsterdammer. Daarna was hij medewerker van onder meer NRC Handelsblad en VPRO-radio.

Mak debuteerde als schrijver voor een algemeen publiek met De engel van Amsterdam (1992), een anatomische les over de hoofdstad en een portrettenreeks van zijn bewoners. Later publiceerde hij over zijn woonplaats Een kleine geschiedenis van Amsterdam (1995), Het stadspaleis (1997) en De goede stad (2007).

Hij bereikte een breed publiek met Hoe God verdween uit Jorwerd (1996), een klassieke beschrijving van de teloorgang van de Europese boerencultuur.

Maks populairste boek is De eeuw van mijn vader (1999), een geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw, nauw verweven met zijn eigen familiegeschiedenis. Van dit boek – bekroond met de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek – zijn meer dan een half miljoen exemplaren verkocht.

In 1999 reisde Mak voor NRC Handelsblad twaalf maanden kriskras door Europa. Het boek In Europa (2004) resulteerde in opnieuw een Publieksprijs, vertalingen in twaalf talen en een 35-delige tv-serie.

Na het Boekenweekessay Het ontsnapte land (1998) werd Mak gevraagd het Boekenweekgeschenk 2007 te schrijven – een zeldzame eer voor zijn genre. De brug beschreef het leven op de Galatabrug in Istanbul.

In 2012 publiceerde hij Reizen zonder John. In het spoor van John Steinbeck die vijftig jaar eerder hetzelfde deed, maakte Mak daarin een ontdekkingsreis door het veranderende Amerika.

Voor zijn werk kreeg Mak onder andere de Henriëtte Roland Holstprijs. Twee keer werd hij verkozen tot historicus van het jaar. Ook ontving hij het Légion d’Honneur en eredoctoraten van de Open Universiteit en de Universiteit van Münster.